Vanaf 1969 wijdt Guus van Rijckevorsel zich volledig aan zijn kunstenaarschap. In eerste instantie vooral als schrijver. In de loop van de jaren '70 ontstaat zijn schilderschap. Hiermee wordt de schilder Olav Vorsel geboren. De eerste gedateerde werken zijn uit 1979. Hij werkt vanaf eind jaren zeventig tot het begin van de 21e eeuw. Uiteindelijk namen zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid steeds verder af. Dit maakte werken voor hem niet langer mogelijk. Hij heeft dan ruim 35 jaar gewerkt als schilder.
De werken die Olav Vorsel die in periode maakte zijn tijdens zijn leven slechts gedeeltelijk gedocumenteerd. In de tachtiger jaren zijn enkele tientallen werken verkocht en sommigen geschonken aan vrienden als dank voor hun hulp. Zijn werken bestaan uit schilderijen, gouaches en tekeningen. Deze waren opgeslagen in zijn atelier op de Prinsengracht in Amsterdam.
Na het overlijden van de beeldend kunstenaar in 2007 zijn de werken opgeslagen. In 2020 is begonnen met het maken van een inventaris. Op dat moment bevatte zijn oeuvre ruim 470 schilderijen, ongeveer 300 gouaches en meer dan 700 tekeningen en voorstudies.
In 2023 en 2024 is een langzaamaan een begin gemaakt met de verkoop van zijn werk op de nationale en internationale kunstmarkt.
Kunsthistorici herkennen drie fases in het werk van beeldend kunstenaar Olav Vorsel, pseudoniem van A.O.M.C. (Guus) van Rijckevorsel (1922-2007). Dat anderen zijn vroege werk vergeleken met dat van de Cobra-groep verbaasde hem. Daarom besloot hij te gaan lezen over moderne schilderkunst. Door het toenemen van kennis en onder invloed van gesprekken met andere kunstenaars ontwikkelde hij een geheel andere stijl. De vormen worden in de loop van de jaren steeds strakker en op het laatst zelfs mathematisch afgewogen aangebracht.
De eerste fase vanaf begin jaren '70 wordt door experts aangemerkt als Vorsels ‘wilde fase’: hij schildert van zich af, alles op en over elkaar, geïnspireerd door Cobra, vooral niet sereen.
Ze hebben de primitieve, turbulente, kleurrijke energie van een jonge en gedreven kunstenaar die en in een haast naïeve drang naar zelfexpressie bereid is om alles te onderzoeken. Zo stond hij ook in het leven.
Dit werk is het beste gedocumenteerd door zijn toenmalige echtgenote Antoinette Alberda.
De tweede fase begint halverwege de jaren '80 en is gericht op het zoeken naar en ontwikkelen van een eigen stijl.
Rustiger beelden, meer vormvast, kleuren worden rustiger. Thema’s lijken eenduidig, het samenzijn met vriendin Adrienne komt duidelijk tot uiting.
De derde fase is de ontwikkeling tot een eigen - abstracte - stijl. Deze periode loopt tot 2002 en hierin is meer beeldtaal voor het spirituele gezocht. Misschien een gevolg van reflectie op de adolescente tijd. Inspiratie komt van de kathedrale architectuur: bogen, hoge verticale en kruisende lijnen, stilte, geen mensen.
Mathematisch en strak. Meer zwart/wit en primaire kleuren. Trefwoord: overstijgen. Wat is de betekenis van deze stijl?
Deze periode vindt zijn einde omdat de kunstenaar wordt getroffen door de ziekte van Parkinson en dementie. Dat betekent een langzaam einde van zijn kunstenaarschap.
Wél ontwerpt hij maar hij laat de uitvoering over aan beeldend kunstenaar Peter van Essen. Van Essen werkt onder toeziend oog van Vorsel diens schetsen uit en maakt ze tot de strakke beelden, zoals aangegeven in het schetsboek.
De diversiteit is groot in deze werken. Toch zijn ze allen van de hand van Olav Vorsel, beeldend kunstenaar. De ontwikkeling van 'wild' naar abstract is goed te zien.
Van Rijckevorsel had zijn atelier op de 2e etage van zijn woning aan de Prinsengracht in Amsterdam. Het geheel witgeverfde atelier besloeg een hele etage. Zijn werkplek lag aan de grachtkant op het Noorden.
In zijn atelier liet hij een beperkt aantal mensen toe: zijn vrouw Antoinette, vriend Robin, vriendin en latere echtgenote Adrienne en Peter van Essen, zijn hulp bij het schilderen van de kaarsrechte lijnen.
Hij leefde en werkte erg op zichzelf.
Guus van Rijckevorsel had op latere leeftijd veel slaap nodig. En hij nam de tijd om rustig op te staan, te ontbijten en koffie te drinken. Om 2 uur 's middags zette hij zich aan de arbeid en hij werkte door tot 8 uur. Daarna dineerde hij en keek TV tot middernacht. Of hij las maar hij deed dat ook wel overdag in zijn atelier.
Tijdens het werken in het atelier klonk er klassieke muziek. Favoriete componisten: Bach, Pergolesi en Vivaldi.
Zelfportret, ongedateerd
| Auteursrecht © 2024 | info@olavvorsel.nl | Alle rechten voorbehouden |
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.